16 september 2020
Het terrein kent een rijke historie die helemaal terug gaat naar de middeleeuwen. In de tijden dat Amsterdam alleen nog maar bestond uit een klein gedeelte binnen de Singel, stond een Oude Nonnenklooster op het Binnengasthuisterrein. Toen Amsterdam overging tot protestantisme in 1578 werden de kloosters samengevoegd tot de voorganger van het Binnengasthuis en heeft het gebied eeuwenlang een verzorgings- of ziekenhuisfunctie gehad. In 1625 werd het klooster vervangen door een oude mannen gasthuis, waarvan nu alleen nog de buitenmuren staan. Uit deze tijd is het karakteristieke carré, de binnentuin van OMHP, altijd bewaard gebleven.
In de 18e eeuw werd plaats gemaakt voor een luxere oude mannen en vrouwenhuis, nog met de gedetailleerde 17e eeuwse gevels. Het gasthuis heeft daarnaast verschillende andere functies behuisd, in 1757 is het complex grotendeels in gebruik genomen door de Koninklijke Academie Beeldende Kunsten en in 1855 voegde Museum van der Hoop zich in het complex. De opzet van OMHP is altijd middeleeuws gebleven, te herkennen aan verschillende elementen zoals de twee poorten die naar de luxe galerij leiden. De galerij was een winkelstraat, een grote inkomstenbron voor het gasthuis. Als je even terug wil gaan in de tijd, kan je hier ook nu nog terecht voor tweedehands boeken. In 1880 is het complex drastisch gewijzigd om het gereed te maken voor de Universiteit van Amsterdam. OMHP bestaat altijd al uit verschillende gebouwen, waaronder de grachtenpanden aan de Kloveniersburgwal en de Oudezijdsachterburgwal, waar zich verschillende faciliteiten van het ziekenhuis bevonden.
Tussen 1887 en 1890 werd een klinisch ziekenhuis gebouwd op het terrein. Het oorspronkelijke gebouw bestond uit twee lange vleugels, een mannenkliniek en een vrouwenkliniek. Door een verbindingsgebouw kreeg het geheel een U-vorm. Het verbindingsgebouw had aan de binnenplaats een ronde aanbouw, met daarin twee collegezalen. Voormalig student Jan Jager vertelt over het toenmalige academische ziekenhuis in een interview: “Op de eerste etage zat interne geneeskunde, op de begane grond dermatologie en op de tweede etage de laboratoria en stafkamers. In het midden bevonden zich, boven elkaar, twee ronde collegezalen. Tijdens mijn coschap liepen we iedere vrijdagmiddag visites op een van de vier ziekenzalen met professor Borst, inwendige geneeskunde.” In 1968 is BG5 voor het eerst gerenoveerd, een vleugel werd bijgebouwd die de binnenplaats sindsdien in tweeën deelt. In 1988 is BG5 nogmaals ingrijpend verbouwd, waarbij een glazen piramide is geplaatst om de binnenplaats te overdekken. Sindsdien vestigde de mensa zich in dit gebouw. Door deze aanbouw heeft het gebouw een heel ander aanzicht gekregen.
De webinar van Hans Vlaardingerbroek kan hier terug gekeken worden.