Het maatschappelijk debat over verduurzaming van de gebouwde omgeving is de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen. Instellingen zoals de UvA worden hierop aangesproken en het is maatschappelijk onhoudbaar geworden om geen bijdrage te leveren. Een recente oproep van wetenschappers onderstreept dit nog eens; deze oproep was onder andere gericht op het verminderen van het energieverbruik en investeren in duurzame energie (https://klimaatbriefuniversiteiten.nl/).
Omdat duurzaam en energiebewust bouwen zowel maatschappelijk als financieel gezien (op de langere termijn) gewenst is, is het een belangrijk aandachtspunt bij de ontwikkeling van de locaties van de UvA, zowel tijdens de bouw als daarna.
Dit zijn belangrijke kaders in de ontwikkeling van het Universiteitskwartier en zijn ingebed in de volgende doelstellingen:
Het vertrekpunt is dat de gebouwen op gebiedsniveau energieneutraal worden, door het energieverbruik van de gebouwen sterk te reduceren en de benodigde energie duurzaam op te wekken. De projecten worden zonder gasaansluiting gerealiseerd. Aanvullend is de ambitie gesteld om energiepositief te worden, dit houdt in meer energie op te wekken dan te verbruiken. Daarnaast willen UvA en gemeente met de stakeholders in de buurt (o.a. hotels, De Key, bewoners) verkennen hoe de energiehuishouding van al het vastgoed in het Universiteitskwartier toekomstbestendig gemaakt kan worden en welke synergievoordelen behaald kunnen worden door dit in gezamenlijkheid op te pakken.
Duurzaamheid gaat verder dan alleen het behalen van energiedoelstellingen. In de planuitwerking van de gebouwen wordt onderzocht hoe het watergebruik kan worden geminimaliseerd en hoe bijvoorbeeld grijswater (regenwater) kan worden toegepast, denk hierbij bijvoorbeeld aan spoelwater van toiletten.
Circulariteit is een belangrijke term geworden binnen de bouw en verbouw op het Universiteitskwartier. Dit betekent het maximaliseren van het hergebruik van grondstoffen en producten bij het ontwerp en de exploitatie van de gebouwen. Voor gebouwen betekent dit niet alleen het kijken naar materialen, maar ook naar levensduurverlenging door het zo flexibel mogelijk maken van de gebruiksfunctie van een gebouw. Van alle bestaande gebouwen worden momenteel materiaalpaspoorten gemaakt, zodat bij de start van het ontwerpproces voor de ontwerpende partijen bekend is welke materialen in het gebied beschikbaar zijn.
Ook in het bouwproces zelf speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Uiteraard dient de overlast voor de omgeving beperkt te zijn; dit wil de UvA onder meer realiseren door de inzet van kleinere, elektrische voertuigen en door vervoer over water.
Op gebouwniveau wordt er gekeken in welke mate duurzaamheidsaspecten in de gebouwen, die op dit moment worden verbouwd, geimplementeerd kunnen worden. Een project dat op dit moment al loopt is de realisatie van de nieuwe Universiteitsbibliotheek.