Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Raoul van Stipriaan, alumnus master Stads- en architectuurgeschiedenis

Hoe kwam je bij Stadsgeschiedenis? 
‘Na mijn bachelor Geschiedenis en de bachelor Sociale Geografie en Planologie wilde ik graag verder met een master waarin beide studies samenkomen. In de master Stadsgeschiedenis heb je allebei, zowel stadsgeografie als geschiedenis. Deze master bracht mij veel waardevolle inzichten: vooral het combineren van ruimte en tijd als analysemodellen in onderzoek vond ik erg waardevol, en ik heb dat daarna ook in mijn werk toegepast.’

Heb je stage gelopen en wat heeft dat toegevoegd? 
‘Ik ben tijdens mijn master via-via bij de Gemeente Amsterdam terechtgekomen, bij de Omgevingsvisie Amsterdam 2050. Dit houdt in: een toekomstvisie van hoe de stad zich tot 2050 sociaalruimtelijk wil ontwikkelen. Ik mocht een historisch onderzoek doen naar de veranderende verhoudingen tussen markt, politiek en burger in het Amsterdamse woonbeleid. Dat ik een historisch onderzoek mocht uitvoeren ter versterking van een toekomstvisie was voor mij de bevestiging dat geschiedenis er wel degelijk toe doet en in de praktijk gebruikt kan worden.’ 

Hoe heb je je georiënteerd op het vinden van een baan? 
‘Na mijn stage bij de gemeente Amsterdam, heb ik een stage bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken gedaan, bij de sector Ruimtelijke Ordening. Van hieruit ben ik toevalligerwijs in het traineeship van de Metropoolregio Amsterdam gerold. Daar heb ik ook mijn huidige baan aan overgehouden. Uiteindelijk heb ik vooral zelf veel gegoogeld op wat er mogelijk is als je wil werken voor de overheid. Ik moet eerlijk bekennen dat het traineeship van de Metropoolregio Amsterdam het eerste was waarop ik solliciteerde, dus voor mij heeft de zoektocht niet heel lang geduurd.’ 

Welke maatschappelijke bijdrage lever je? 
‘Ik werk nu voor de gemeente Almere, aan de Almeerse Omgevingsvisie. Ik wilde na mijn studie graag werk doen met maatschappelijke impact, en ik vond dat bij het werken voor overheden. Ik heb tot nu toe uitsluitend voor overheden, op meerdere lagen, gewerkt en vrijwel altijd in de hoek van sociaalruimtelijke ontwikkeling. Nadenken over hoe een stad, regio, of zelfs een land zich ontwikkelt, hoe mensen gebruikmaken van hun stad of regio, en vooral hoe je als overheid met bewoners en andere partijen hierin samenwerkt, dat vind ik het meest uitdagende en leuke van mijn werk.’

In hoeverre is je studie vormend voor je geweest? 
‘In de zin dat ik altijd ook naar het verleden kijk: hoe zijn de mechanismen in een stad of regio tot stand gekomen, waarom werken de dingen zoals ze werken en welke keuzes zijn hierin door de jaren heen gemaakt? Dat zijn vragen die ik altijd eerst stel: om het heden en de toekomst te begrijpen en te duiden, is kennis van de ontwikkeling in het verleden een vereiste, vind ik. Het leert je waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt, welke dingen er wél en welke dingen er níet hebben gewerkt, en waarom. Kennis van het verleden is essentieel voor toekomstige ontwikkelingen.’