Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Kunnen we anno 2021 de term ‘Gouden Eeuw’ nog gebruiken? En hoe besteed je in een geschiedenisboek aandacht aan mensen die altijd ondervertegenwoordigd zijn geweest? Voor deze en andere vraagstukken stonden UvA-onderzoekers Geert Janssen en Judith Noorman en KNAW-onderzoeker Helmer Helmers bij het maken van de Nederlandstalige versie van het handboek 'The Cambridge Companion to the Dutch Golden Age'. Het resultaat, 'De zeventiende eeuw', verscheen deze maand – met onder andere nieuwe hoofdstukken over slavernij en vrouwen. ‘Als wetenschappers hebben we een rol te spelen in het maatschappelijke debat.’

Het boek, dat geschreven is door een groot aantal internationale experts, biedt een overzicht van de zeventiende-eeuwse Nederlandse maatschappij vanuit allerlei invalshoeken: van politiek tot economie, religie en kunst. De Engelstalige versie (in 2018 verschenen onder redactie van Geert Janssen en Helmer Helmers) was in de eerste plaats bedoeld als handboek voor studenten bij het bachelorvak The Dutch Golden Age, vertelt Janssen. ‘Door middel van het boek wilden we studenten introduceren in een wereld die voor hen onbekend was.’

De onlangs verschenen Nederlandstalige editie is bedoeld voor een breder publiek. Mede daarom hebben de redacteuren een aantal punten andere keuzes gemaakt dan bij de Engelstalige editie, aldus Janssen. ‘Zo hebben we aparte hoofdstukken toegevoegd over slavernij en vrouwen in de kunst, thema’s waar de laatste tijd veel aandacht voor is in het maatschappelijke debat.’ Voor het maken van de herziene versie werd kunsthistoricus Judith Noorman toegevoegd aan het team van redacteuren. Noorman: ‘Slavernij en de onderbelichte rol van vrouwen zijn bij uitstek onderwerpen waarbij ook de blik van wetenschappers van belang is. We bekijken deze thema’s niet zozeer vanuit een politieke overtuiging, maar vanuit de geschiedenis. Dat proberen we in deze versie van het boek nog scherper te doen, want als wetenschappers hebben we een rol te spelen in het maatschappelijke debat.’

Aandacht voor ondervertegenwoordigde groepen

Een andere reden voor het toevoegen van hoofdstukken over vrouwen in de kunstwereld en slavernij, is dat er in de afgelopen jaren veel nieuw onderzoek is gedaan naar deze onderwerpen. De redacteuren vonden het belangrijk dit een plek te geven in het boek. ‘De ontwikkelingen in dit vakgebied gaan heel snel’, vertelt Noorman, die een nieuw hoofdstuk schreef over vrouwen in de zeventiende-eeuwse kunstwereld. ‘Mijn hoofdstuk had voor de Engelstalige versie van het boek bijvoorbeeld niet geschreven kunnen worden, die informatie was er een paar jaar geleden gewoon nog niet.’

Copyright: FGw
In de twintigste eeuw was het – zeker onder historici – lange tijd not done om de term 'Gouden Eeuw' te gebruiken. Geert Janssen

In de Engelstalige editie kwamen vrouwen en slavernij overigens wel aan bod, maar geïntegreerd in de andere hoofdstukken. Hoe je ondervertegenwoordigde groepen de geschiedenis in schrijft, blijft een lastige kwestie, vinden de auteurs. Noorman: ‘Doe je dat in een apart segment omdat je dan de aandacht erop kan vestigen, of zeg je daarmee juist dat deze groepen niet in het hele verhaal meegenomen hoeven te worden? Dat is een ingewikkelde beslissing. Het is afhankelijk van je doelen welke methode het beste past.’

Term ‘Gouden Eeuw’ was decennia geleden ook uit de gratie

Behalve de nieuwe hoofdstukken is er in de herziene versie nog een belangrijke verandering: de term ‘Gouden Eeuw’ wordt grotendeels vermeden. ‘In de Nederlandstalige versie hebben we daarvoor gekozen omdat we de term inmiddels niet meer geschikt vonden als uithangbord’, legt Janssen uit. ‘Als je hem gebruikt, lijkt het alsof je daarmee een politiek standpunt inneemt in het maatschappelijke debat, en dat is niet de bedoeling van het boek. Daarom gebruiken we de wat meer neutrale benaming ‘zeventiende eeuw.’’

Dat wil niet zeggen dat de term ‘Gouden Eeuw’ maar helemaal gecanceld moet worden, vinden de auteurs. In het boek duikt de benaming nog her en der op, bijvoorbeeld om uit te leggen waar deze vandaan kwam. Janssen: ‘Het is een heel geschikte term om over te discussiëren, studenten vinden er ook altijd wat van. In colleges hebben we het er vaak over, want aan de hand van die term kun je mooi laten zien hoe mensen in de loop van de tijd naar de geschiedenis hebben gekeken.’

Copyright: FGw, Eduard Lampe
Er wordt nu meer geluisterd naar stemmen die lange tijd ondervertegenwoordigd waren. Judith Noorman

Wat veel mensen niet weten, is dat de term ‘Gouden Eeuw’ pas sinds de jaren negentig van de vorige eeuw weer in zwang is. ‘Voor die tijd was het – zeker onder historici – lange tijd not done om hem te gebruiken’, vertelt Janssen. ‘In de jaren zestig en zeventig lag voor historici de nadruk vooral op sociale en economische geschiedenis. Geschiedenis moest gaan over het leven van gewone mensen, niet over de elite. De benaming ‘Gouden Eeuw’ paste daar totaal niet bij. Er is dus een duidelijke golfbeweging te zien in het gebruik van die term.’

Black Lives Matter en #MeToo

Door internationale bewegingen als Black Lives Matter en #MeToo is er de laatste jaren weer iets aan het veranderen, signaleren de auteurs, zowel in de maatschappij als in het historisch onderzoek. Noorman: ‘Er wordt nu meer geluisterd naar stemmen die lange tijd ondervertegenwoordigd waren. In ons vakgebied zie je dat ook terug: er is steeds meer aandacht voor mensen en cultuurhistorisch onderzoek.’ Janssen: ‘Toen ik zelf in de jaren negentig college kreeg over slavernij, werd het onderwerp bijna alleen maar cijfermatig behandeld. Het ging over de economische impact van de slavernij, niet over mensen. Onder invloed van Black Lives Matter wordt er tegenwoordig veel meer nagedacht over de ideeën die slavernij mogelijk hebben gemaakt, en hoe die doorwerken in de samenleving van vandaag. En er wordt meer onderzoek gedaan om ondervertegenwoordigde stemmen boven water te halen.’

Toch is er op dat gebied nog veel te doen, stellen de onderzoekers. Noorman: ‘Sommige groepen zijn niet goed vertegenwoordigd in de geschiedenis, maar dat betekent niet dat je als onderzoeker spontaan allerlei data beschikbaar hebt. Er gaat tijd overheen waarin je onderzoek moet doen. In die zin is ook de herziene versie van ons boek natuurlijk een momentopname: dit is wat we nu weten, maar over tien jaar ziet het boek er vast weer anders uit.’

Prof. dr. G.H. (Geert) Janssen

Faculteit der Geesteswetenschappen

Geschiedenis

Dr. J.F.J. (Judith) Noorman

Faculteit der Geesteswetenschappen

Capaciteitsgroep Kunstgeschiedenis