7 november 2019
Hij controleert of de afspraken die met de UvA gemaakt zijn, in het ontwerp verwerkt zijn en of de planning haalbaar is. Daarnaast bewaakt hij de kwaliteit van het proces.
Van Gageldonk geeft aan dat de voorbereidende fase cruciaal is. Daarom komen het ontwerp- en projectteam, waarin ook gebruikers zitting hebben, tweewekelijks bij elkaar. Het ontwerp moet tot in detail kloppen.
‘Van het aantal stopcontacten tot en met het aantal ruimtes, de eisen aan de beveiliging of aan de data- en stroomvoorziening.’ Op basis van het ontwerp wordt namelijk de bestekset gemaakt, waarin alle documenten zijn opgenomen die de aannemer nodig heeft. ‘Hoe beter en nauwkeuriger alle eisen en wensen in het bestek omschreven staan, des te soepeler de bouwfase straks verloopt. Nu zijn het nog plannen en tekeningen waarin je wijzigingen relatief eenvoudig kunt doorvoeren. Als straks de bestellingen zijn gedaan en de planning is afgegeven, is dat een stuk lastiger,’ zegt Van Gageldonk.
LAB42 wordt een bijzonder gebouw waarmee de UvA streeft naar het niveau BREEAM-Outstanding, een internationaal keurmerk voor perfect duurzame gebouwen. ‘Duurzaamheid is integraal onderdeel van het gebouw. Dat betekent onder andere dat we inzetten op energiezuinigheid en circulariteit. Dat is een extra uitdaging’, aldus Van Gageldonk, die de keuze voor duurzaamheid, ook uit persoonlijke interesse, geweldig vindt. ‘Met name circulariteit, het hergebruik van bestaande materialen, zit nog in de experimentele fase. Dat betekent dat sommige circulaire alternatieven duurder of moeilijker te vinden zijn. Goede en betaalbare oplossingen vinden, is een puzzel die je passend moet maken.’ Een paar voorbeelden van duurzame keuzes die bij de UvA worden gemaakt. ‘Het gebouw is flexibel en op onderdelen demontabel. In plaats van de vloeren en wanden in beton te storten, gebruiken we prefab vloervelden die kant-en-klaar worden aangeleverd en ook weer elders inzetbaar zijn. Verder werken we, waar mogelijk, met gebruikte materialen uit andere gebouwen, zoals kabelgoten of materialen die gemaakt zijn uit restmateriaal, zoals vloerbedekking van plastic uit de zee.’
We maken bij de bouw gebruik van BIM (Building Information Modelling). Van Gageldonk is daar enthousiast over. ‘De ontwerper bouwt een digitaal prototype van LAB42, een 3D-model. Daaraan kunnen alle partijen, die bij het ontwerp en de realisatie betrokken zijn, allerlei data toevoegen, van de klasse van energiezuinigheid tot materialen en kleuren. De aannemer gebruikt dit model straks onder meer voor de planning van de werkzaamheden, waardoor we de vorderingen per dag nauwlettend kunnen volgen. En na de oplevering heeft de UvA een model waarin zij een onderhoudsplan kan opnemen en bijhouden.’
De bestekset is nu bijna klaar. ‘Dan starten we met de selectie van de aannemer, die moet kunnen aantonen dat hij ervaring heeft met duurzaam bouwen en met BIM.’ Als de bouw in de zomer van 2020 start, treedt Van Gageldonk naar de achtergrond en neemt zijn collega, senior projectmanager uitvoering Rik Ter Haar, het toezicht op de bouw voor zijn rekening. ‘Ook hij bewaakt de afspraken over kwaliteit, planning en voortgang. Deels doet hij dat fysiek, op de bouwplaats, en deels houdt hij ook weer nauwgezet het BIM-model in de gaten.’