16 november 2020
Eind 14e eeuw werd in de binnenbocht van de Amstel een moerassig land, genaamd de Uterste Nesse, met ophogingen geschikt gemaakt voor bebouwing. Op het terrein werden twee kloosters gevestigd: in 1389 het Klooster van Sint-Marienveld en in 1402 het vrouwenklooster Ter Lely. Beide zijn beter bekend als het Oude- en het Nieuwe Nonnenklooster. In 1578 werden de kloosters opgeheven en de bezittingen overgedaan aan de Regenten van het Sint-Pieters en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. De leeggekomen kloostergebouwen kregen een nieuwe functie en daarnaast verrezen verschillende nieuwe gebouwen. Het Sint-Pietersgasthuis werd vanaf de 19e eeuw aangeduid als het Binnengasthuis. En dit Binnengasthuis - bestaande uit de Tweede Chirurgische Kliniek en het Zusterhuis - wordt nu gerenoveerd en verbouwd tot de nieuwe UB.
Met de start van het graven in de binnentuin van de Tweede Chirurgische Kliniek in de zomer van 2019, startte Monumenten en Archeologie (MenA) van de gemeente Amsterdam het archeologisch onderzoek. Hierbij werden de resten teruggevonden van het 17e-eeuwse Sint Pietersgasthuis evenals restanten van gebouwen uit de kloosterperiode. Op basis van nadien uitgevoerd jaarringenonderzoek van het funderingshout (dendrochronologie) kan deze oudste bebouwing worden gedateerd rond 1560. Dit gebouw was gemetseld op een zogeheten roosterfundering, een constructie waarbij een houten raamwerk – het rooster – werd vol geheid met palen. Deze bouwwijze zien we vooral terug bij zware bouwwerken zoals kerken en verdedigingswerken, maar ook wanneer - zoals in de Amstelbocht -werd gebouwd op een drassig, opgehoogd land. In 1589, nadat de kloosters in 1578 waren opgeheven, is dit gebouw onderdeel gaan uitmaken van het Pesthuis en in 1626 het ‘Verbandhuys’, een chirurgische afdeling van het Sint-Pietersgasthuis. Deze oude bebouwing maakte rond het midden van de 18e eeuw plaats voor een geheel nieuw opgetrokken ‘Verbandhuys’, dat hier heeft gestaan tot 1897.
In de zomer van 2020 startte MenA met de tweede fase van het archeologisch onderzoek. Hoe dieper wordt gegraven, hoe verder de archeologen terug kunnen in de tijd. In de bodemopbouw in de bouwput konden ze vaststellen dat het moerassig land in de 14e eeuw een verspoeld veenlandschap was, met op ruim vier meter onder de straat opeenvolgende lagen van riet- en bosveen, vermengd met klei. Dit is vervolgens opgehoogd en deze grondpakketten sluiten naadloos aan op datgene wat vorig jaar is opgegraven, waarmee het verhaal van Amstelbocht tot gasthuis compleet is.
MenA werkt samen met Archeologie van de UvA en het Archeologisch Instituut van de UvA en de VU: het Amsterdam Centre for Ancient Studies and Archaeology (ACASA). Deelname van studenten aan het veldwerk in de bouwput was niet mogelijk, maar in de uitwerkingsfase, waarbij de opgegraven sporen, structuren en vondsten worden geanalyseerd eventueel wel. Ook wordt bij ACASA een deel van het specialistisch onderzoek uitgevoerd, waarover later meer. De uitwerking van het onderzoek zal een groot deel van 2021 in beslag nemen, maar nu al is wel duidelijk dat we met het archeologisch onderzoek de inzichten in de ontwikkeling van Amstelbocht tot Binnengasthuis met veel nieuwe details kunnen invullen.
Meer informatie over de nieuwe UB kun je vinden op de informatiepagina.